Schrijven over mijn burn-out
De aanleiding voor deze blog is een opmerking van iemand van de loopgroep die ik tegenkwam tijdens een rondje hardlopen. Zij volgt mij via mijn website en de social media. Al pratende over hoe het gaat met mijn bedrijf, merkte ze op dat ik mijn eigen burn-out in het verleden niet expliciet vermeld terwijl ze dat juist krachtig zou vinden. Haar opmerking heeft mij aan het denken gezet. Het is zeker niet zo dat ik mij schaam dat ik een burn-out heb gehad maar het klopt wel dat ik het niet expliciet noem. En waarom eigenlijk niet? Blijkbaar vind ik het toch iets wat ik niet makkelijk deel op social media of op mijn website. En daarmee sta ik niet alleen. Dat is jammer want we helpen elkaar juist als we ook de minder mooie kanten van het leven delen met elkaar. Het geeft verbinding omdat het laat zien dat we allemaal in het leven met ups en downs te maken krijgen. En het biedt mogelijkheden om te praten over wat kan helpen als het tegenzit, zoals hardlopen.
Een mooi voorbeeld van een schaatster die taboes doorbreekt
Schaatster Jutta Leerdam maakte media december na haar winnende race op de 1.000 meter in Calgary in een interview bekend dat ze de dag ervoor nog helemaal uitgeteld was door menstruatieklachten. Het interview met haar ontketende in de (social) media vele reacties van vrouwen die haar bewonderden omdat ze zo open was over haar klachten. Een week later deed ze nog een ontboezeming na haar baanrecord op de 1.000 meter bij de NK-sprint in Thialf. Ze vertelde dat ze zwaarder was geworden en het extra vet nu als kracht gebruikt. Ze was ook minder streng en liever voor zichzelf geworden in de afgelopen periode. Ook nu weer waren er vele positieve reacties op haar uitspraken zoals bijvoorbeeld van sportpsycholoog Karin de Bruin. Zij vertelt dat veel topsporters een eetstoornis hebben en dat over dit onderwerp nog maar zo weinig openlijk wordt gesproken.
Een op de vier Nederlanders heeft mentale klachten
Open zijn over de tegenslagen in het leven. Het zou eigenlijk normaal moeten zijn want het overkomt ons bijna allemaal. Als runningtherapeut heb ik vooral te maken met mensen met mentale klachten. Kijken we dan naar bijvoorbeeld de cijfers van het Trimbos Instituut dan blijkt dat ongeveer de helft van de volwassenen in Nederland in het leven te maken krijgt met één of meer psychische aandoeningen. Richten we ons tot het afgelopen jaar dan had een op de vier volwassenen één of meer psychische aandoeningen. Het gaat dan vooral om stemmings-, angst- en depressieve stoornissen. Dat zijn bijna 3,3 miljoen Nederlanders! Ik vind dat een bijna onvoorstelbaar cijfer. Je zou op basis van deze cijfers verwachten dat mentale klachten vaker onderwerp van gesprek zijn in het dagelijkse leven en in de (sociale) media.
Het nieuwe normaal
In coronatijd ging het vaker over wat het nieuwe normaal zou worden als corona ons leven niet meer zou beheersen. Afgaande op bovenstaande cijfers, concludeer ik dat psychische aandoeningen nu eenmaal bij het leven horen en daarom “het nieuwe normaal zijn”. Het overkomt ons immers bijna allemaal. Ik laat hier even in het midden welke mechanismen in onze samenleving dit veroorzaken en wat we daar aan kunnen doen. Het is een gegeven dat we op enig moment in ons leven mentaal even minder lekker in ons vel zitten. Misschien hebben we het wel nodig om als mens verder te kunnen ontwikkelen. In ieder geval helpt het juist om erover te praten met anderen. De ander kan jouw pijn weliswaar niet verlichten maar de wetenschap dat de meeste mensen ermee te maken krijgen én ook een manier hebben gevonden om er mee om te gaan, kan je wel helpen. Dat geeft verbinding, maakt minder eenzaam en zorgt hopelijk voor minder schuldgevoelens.
Terug naar mijn burn-out en hardlopen als remedie
Ik heb in het verleden twee keer een burn-out gehad. Twee keer moest ik enkele maanden stoppen met werken omdat mijn lichaam aangaf dat ik niet verder kon. Het waren ook twee perioden met depressieve klachten. Ik weet nu dat ik in mijn werk zo op anderen gericht kan zijn dat ik mijzelf letterlijk uitput. De balans van geven en nemen is dan helemaal verstoord. Ik heb geleerd dat ik echt zelf mijn grenzen moet bewaken. Daarvoor moest ik eerst voelen wat mijn grenzen zijn. Belangrijker nog is het inzicht dat ik goed genoeg ben zoals ik ben en dat ik die bevestiging niet van anderen moet proberen te krijgen. Gelukkig heb ik professionele hulp gehad. Ik heb bovendien ervaren dat hardlopen me helpt om goed te kunnen ontspannen en beter te leren voelen. Naast het plezier in hardlopen is dat de reden geweest om als runningtherapeut anderen te willen helpen met beginnen met hardlopen. Lees hier meer over runningtherapie en hier meer over mijzelf. Wil je verkennen of beginnen met hardlopen iets voor jou is? Neem dan contact met mij op voor een vrijblijvend gesprek.